logo

Mensenwerk (deel 1)

‘Het doet iets met me’

Ede –  Regelmatig zien we ze aan het werk. In het nieuws of op straat. De hele wereld heeft een beeld bij hulpverleners. Het zijn mannen en vrouwen die er voor hebben gekozen om soms in extreme omstandigheden te werken. De komende weken stellen we vier hulpverleners aan u voor. Deze week het verhaal van een man die voor een ander het verschil wil maken en daar zelf gelukkig van wordt. 

Hij verdient zijn brood als consultant. Door het hele land staat hij bedrijven bij met het voeren van HR- en loonadministraties en het automatiseren daarvan. Naast deze baan werkt hij als vrijwilliger bij de brandweer in Bennekom.

,,Mijn naam is Walter Hol en ik ben dus brandweerman in Bennekom. Ik ben getrouwd en heb twee kinderen. Ik werk bij de brandweer, omdat ik hou van de dynamiek en ik wil helpen om de toch al ‘rottige’ situatie waar we bijgeroepen worden niet nog erger te laten worden. Daarnaast ervaar ik werken bij de brandweer als het ultieme teamwerk. En daar geniet ik van.”

Wilt u ons eens meenemen in een situatie waarin dat teamwerk veel voldoening gaf?

,,Eigenlijk gebeurt er bij bijna elke inzet wel iets waarbij dat gevoel aanwezig is. Dat zijn momenten waarbij we bijvoorbeeld alleen maar oogcontact hebben met elkaar en waarbij dat voldoende is om de ander te begrijpen of van informatie te voorzien. Het doel hierbij is altijd zoveel mogelijk schade beperken op een heftig moment in iemands leven. En dit geldt zowel voor een slachtoffer als voor collega’s.”

Waar heeft u het dan precies over?

,,Eerlijk gezegd ben ik bij de brandweer gestart, omdat het mij spannend en interessant leek. En hoewel ik nog steeds geniet van de adrenaline tijdens een inzet, blijf ik vooral bij de brandweer omdat ik hulpverlener ben. Voor een slachtoffer, als onderdeel van het team en als collega. Als je dan bij een grote brand dusdanig werkt met elkaar dat je de complete administratie van een bedrijf nog uit een pand weet te halen, dan maak je het verschil. Die man had ook een koeling voor zijn bedrijf. Tijdens het incident hebben wij die koeling voorzien van stroom zodat daar geen schade zou ontstaan. Daar haal ik mijn voldoening uit.”

Kind zonder hartritme

,,Een heftiger voorbeeld is een melding van een kindje zonder hartritme. We hebben met z’n allen staan vechten voor het leven van dat kindje. Daar maak je, onverlet de afloop van dat incident, een verschil. In het geval van een incident met een dergelijke impact gaat dat verschil overigens meerdere kanten op. In de eerste plaats naar de ouders van het kindje, maar ook naar je collega’s toe. Je houdt elkaar constant in de gaten en je weet dus ook dat je in de gaten gehouden wordt. Je neemt over als het nodig is, maar geeft ook vooral degene die bezig is de kans om zijn of haar proces af te maken. Dat is zo verschrikkelijk belangrijk en dat vind ik prachtig.”

,,Het verbaast me overigens dat ik nu merk dat dit voorval me toch nog raakt. Ik heb mezelf wel eens verweten dat ik weinig last heb gehad van dat intense incident. Ik vond het wel heel indrukwekkend, maar ik was er niet ‘hoteldebotel’ van. Ik heb wel eens gedacht: ‘Shit, waarom doet me dit zo weinig?’ Het enige waar ik op uit kon komen, is dat ik weet dat ik een bijdrage heb mogen leveren en dat ik een verschil heb kunnen maken.  En toch, nu opeens, voel ik dat het iets met me doet. Dat verrast me echt. Het zijn ook de heftigste inzetten, maar daar doe ik het wel voor. Wat daarnaast voor mij ook heel belangrijk is, is dat we een leuke, hechte groep hebben. Dat is ook zeker een reden om bij de brandweer te blijven. Daar maak ik graag deel van uit.”

U sprak net over bijkomstigheden. Wat zijn die bijkomstigheden die u op de koop toe neemt en waarom zou iemand afhaken?

,,Mensen kunnen afhaken, omdat het te veel blijkt te zijn, omdat je nare dingen ziet waar je niet tegen blijkt te kunnen, omdat je niet met het onverwachte om kunt gaan of omdat je privéomgeving er niet mee om kan gaan bijvoorbeeld. Hoe vaak het niet gebeurt dat we net aan tafel zitten of bijvoorbeeld onderweg zijn naar een verjaardag en dat ik een alarmering krijg. Daar moet je omgeving, in mijn geval de kinderen en vooral mijn echtgenote, wel achter kunnen staan. Dit is een mooie gelegenheid om ze daarvoor te bedanken.”

,,Mijn kinderen weten overigens niet beter. Mijn zoon was één jaar toen ik bij de brandweer ging. Hij is nu 21. Hoewel ik me herinner dat mijn pieper een keer afging tijdens de verjaardag van mijn dochter en dat vond ze ècht niet leuk. Maar ook dan laat ik uit mijn handen vallen waar ik op dat moment mee bezig ben, om zo snel als mogelijk bij de kazerne te zijn, in die auto te zitten en te redden wat er te redden valt. Ik vind het ook wel fijn om dat een keer te kunnen zeggen. Er zijn nog steeds veel mensen die denken dat we op de kazerne zitten te kaarten tot er weer een keer een melding komt. Maar dat is dus niet zo. Iedere vrijwilliger is er op gebrand om zo snel mogelijk ergens ter plaatse te zijn. Als we dan een keer wat later zijn, ligt het nooit aan de mannen die daar hulp komen verlenen. Dat bestaat gewoon niet. Iedere brandweerman doet het uiterste om op tijd te zijn en maximaal hulp te verlenen.”